Het winkellandschap in Nederland is aan het veranderen. Volgens recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er nu meer webwinkels dan fysieke winkels in ons land. Dit markeert een keerpunt in de Nederlandse retailsector en vormt een indicatie van de toekomst van de handel in ons land.
Groeiend aantal webwinkels
Op 1 januari 2023 telde Nederland 84.100 webwinkels ten opzichte van 82.100 fysieke winkelvestigingen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is de eerste keer dat Nederland meer webwinkels dan fysieke winkels telt. Het aantal webwinkels is ten opzichte van vorig jaar opnieuw gestegen, terwijl het aantal fysieke winkels is gedaald. De stijging was wel wat minder sterk dan de vorige jaren. Echter, toen was de groei kunstmatig hoog door de coronapandemie, waarbij de interesse in online shoppen toenam en veel fysieke winkels kozen voor digitalisering.
Sectoren en ontwikkeling (web)winkels
De meeste webwinkels in Nederland zijn gericht op de verkoop van kleding en mode (19.300 webwinkels), gevolgd door huis- en tuinartikelen (15.300 webshops). Ook wat het aantal fysieke winkelvestigingen betreft, staan kledingwinkels op nummer één. De tweede plaats is dan voor de overige huishoudartikelen. Sinds de pandemie boekten webwinkels in voedings- en drogistwaren (25,6%), in huis- en tuinartikelen (26,7%) en met een algemeen assortiment (32,3%) de sterkste stijging per jaar.
Hoewel het aantal fysieke winkels over het algemeen daalt, zijn er enkele sectoren waarin het aantal fysieke winkels juist is gestegen. Winkels in overige voedingsmiddelen en speelgoed zagen een stijging van respectievelijk 5,2 procent en 4,1 procent. Daarnaast zijn er ook meer warenhuizen, boekenwinkels en supermarkten. Vooral het aantal winkels in schoenen en lederwaren, wit- en bruingoed, audio- en video-opnamen, stoffen en textiel en lectuur en schrijfwaren is sterk afgenomen. Over het algemeen merken de Nederlandse gemeenten een daling van het aantal winkels in hun gemeente, met onder meer de gemeente Baarle-Nassau als uitzondering. Daar steeg het aantal winkels met 10,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. De daling was het grootst in de gemeente Alphen-Chaam. Daar bedroeg de daling maar liefst 17 procent.
Overname en waardering van webwinkels
Uit de branche-informatie van het overnameplatform Brookz blijkt dat de meeste webshops niet bijzonder groot zijn. Meer dan tachtig procent van de webshops zou slechts één werkzaam persoon in dienst hebben. In bijna veertien procent van de gevallen gaat het om twee werkzame personen. Slechts 160 webshops zouden meer dan twintig werkzame personen in dienst hebben. Veel webshops lijken dan ook nooit erg groot te worden. Daarnaast is er een grote groep starters die vrij snel beslissen om hun webshop opnieuw te verkopen. Dit heeft volgens Brookz verschillende redenen. Zo blijkt een webshop vaak meer te kosten dan men had verwacht, ontbreekt men het geld om continu te blijven investeren en is er vaak sprake van een verschuiving naar andere activiteiten.
Het waarderen van een webshop blijkt heel complex te zijn, waardoor ondernemers een beroep doen op specialisten. Een veelgebruikte methode is om een bepaalde factor te vermenigvuldigen met de EBITDA. Volgens de Brookz Overname Barometer bedraagt de indicatieve EBITDA-multiple voor de e-commercesector 4,5 tot 5,7. Ter vergelijking: de gemiddelde EBITDA-multiple voor alle mkb-sectoren bedraagt 4,7.